donderdag 22 december 2011

Tol op de A22

Ofwel: belasting op zijn Portugees

 In Portugal heerst macro- (en micro)economische malaise. We hebben te maken met een begrotingstekort dat alle Europese normen en afspraken overschrijdt, dus onze economische bollebozen krabden zich eens peinzend achter de oren.

Portugezen hebben een ‘broertje dood’ heeft aan belasting betalen. Naar hun mening zie je er in dit land niks van terug, dus waarom zou je bijdragen. Aankopen ‘sem factura’ zijn dan ook mateloos populair. Dat scheelt 23% BTW.

Maar ja, dat begrotingstekort hè, en die lastige trojka. Lissabon zit er wel mee in zijn maag. Hoe krijgen we die dwarse Portugezen aan het betalen? Na veel brainstormen ontstond het briljante plan om de grote snelwegen in Portugal onderhevig te gaan maken aan een tolsysteem.  
Tolpoorten Algarve
In de Algarve betreft het dan de A22, de enige snelweg die we hier hebben en die van oost naar west, van Vila Real de Santo Antonio naar Sagres,  het land doorsnijdt.
Aan die A22, ook wel de Via do Infante, hangt een geschiedenis.

In het pre-A22 tijdperk hadden we hier namelijk sinds mensenheugenis de EN125. Dat is de provinciale kustweg die in de jaren ’90 van de vorige eeuw uitgroeide tot de weg die de twijfelachtige eer ten beurt viel, de gevaarlijkste weg van Europa te zijn met jaarlijks het meeste dodelijke ongelukken. Daar moest iets aan worden gedaan, dus een bedelactie .. oh nee, sorry, Europese lobby, kwam op gang en Europa stortte geld zodat onze A22, betaald dus door de Duitse, Franse, Nederlandse, etc. belastingbetaler, het verkeer in de Algarve een stuk veiliger maakte.

Nu hebben de bollebozen in Lissabon geld nodig en op zoek naar een vermeende melkkoe, werden miljoenen geïnvesteerd in een tolsysteem. De auto wordt gefotografeerd door de poorten waar hij onder door rijdt. De tol “automatisch” middels een transponder (die je overigens wel zelf moet kopen), vermits gekoppeld aan een creditcard afgerekend, dan wel na 48 uur bij een postkantoor voldaan als geen credit card nummer bekend is. Op 8 december jl. ging het systeem in werking. 
Camera's boven de A22 

Portugal zou Portugal niet zijn, als het hele systeem niet binnen een paar weken volledig op zijn gat zou liggen. Want tsja…. Wel lullig dat die transponders helemaal nog niet verkrijgbaar zijn.  Navraag op het postkantoor leert, dat de dames en heren daar het eigenlijk ook niet weten. Wanneer je een auto rijdt met een buitenlandse nummerplaat, kan je niet afrekenen. Bij de Via Verde (de tol organisatie in Portugal) verschilt men per loket van mening over wat verstaan moet worden onder een ‘rit’ en of je onderweg eigenlijk wel mag gaan plassen omdat de afstand vs. tijd tussen de poortjes gemeten wordt. Het is bijna hilarisch.

Voor huurauto’s (die de Algarve in de zomer overstromen) zijn geen voorzieningen getroffen. Een verhuurmaatschappij met 400 auto’s krijgt nu al gemiddeld 100 brieven per dag van de Via Verde met een verzoek om informatie over de bestuurder van de huurauto met het nummerbord ??-00-!! zodat daar een rekening heen kan worden gestuurd.  Dat probleem zal dit jaar en in 2012 niet worden opgelost en autoverhuurmaatschappijen zien het zomerseizoen met afgrijzen tegemoet. 

Transponder
 De Portugezen zelf is een flegmatiek volk. Grote oproer zal hier niet snel ontstaan, maar deze tolmaatregel zorgt toch voor de nodige irritatie. Verschillende tolpoortjes zijn al aan flarden geschoten (we hebben hier veel jagers, dus ook veel geweren) en de diefstal van nummerborden vliegt de pan uit. Crea-bea’s proberen middels zwart tape de nummers op hun “chapa de matrícula” (nummerplaat) te veranderen en dus zet de overheid extra verkeerspolitie in op de A22 om overtreders in de kraag te vatten.

En de praktijk: het is het weer druk op de EN125. Het aantal ongelukken daar neemt weer hand over hand toe. De inwoners van de Algarve hebben bijna unaniem en stilzwijgend besloten de tol niet te accepteren en mijden de A22 als de pest. De hele tol-opbrengst bestaat op dit moment uit auto’s van de verkeerspolitie en er rijdt een enkele buitenlander die de introductie heeft gemist en de borden niet begrijpt en dus ook niet betaalt. We zijn verkeerstechnisch “terug bij af”.


Wat 2012 zal brengen? Niemand kan het echt voorspellen, maar de begroting van onze premier, Paulo Passos Coelho, ziet er prachtig uit en leverde applaus op van Angela Merkel. We ‘mogen’ in de € blijven. En de Algarve? Zij tuft provinciaal voort.

zondag 20 november 2011

Há pedras

Ofwel: met regen blijven we binnen en wat doen we met de tuin!?


Het regent. Dat is een stevige understatement; het komt met bakken uit de lucht. Na ruim 7 maanden heerlijke droogte en nog betere temperaturen, hebben de weergoden besloten dat het een goed idee is om de hemel maar eens open te trekken. En ik moet toegeven, als je de moed hebt om het raam open te doen, hoor je de planten zingen. Ondankbare krengen; ze kregen hartstikke goed water van ons! Voor de goede orde: wij zingen niet. 
Portugese bui

Het is zondagmorgen, 10:59. En we doen lekker een pyjama dag. Natuurlijk smelten ‘twee Hollandse meiden’ niet van een druppie regen, en zelfs niet van een bak water, maar regen doet iets speciaals met ons terrein dat er voor zorgt dat we ons nu nog gruwelend terugtrekken in ons hol.  Wij hebben namelijk ‘rots’.

‘Há pedras aqui’, deelde de verkoper ons mede toen we het terrein kochten. Onze beperkte kennis van de Portugese taal en vooral cultuur (ze zijn hier goed in understatement), deden ons constateren dat het terrein een beetje rotsachtig was. Ja, rotsen zagen we ook zo hier en daar wel liggen. De implicatie van ‘há pedras’ is ons inmiddels volledig duidelijk.
We hebben niet gewoon ‘rotsen’. We wonen op een ondergronds rotsplateau. Dat is natuurlijk lekker stevig als basis voor je huis, maar als het gaat gieten, heeft dat enige gevolgen voor de waterafvoer op het land. Of eigenlijk voor het totale gebrek daaraan.

Ons ondergronds rotsmassief is bedekt met een laag klei-achtige substantie. In de zomer wordt die klei werkelijk steenhard. (Steen is natuurlijk in de basis niets meer dan gebakken klei) en in ons ‘regenseizoen’ verandert hij in een zompige, drijfmodder-achtige massa waar werkelijk niet doorheen te komen is.  Overal vormen zich grote plassen die slechts met heel veel moeite opgenomen worden in de grond. Ongeveer een week na een flink lagedrukgebied kunnen we weer gewoon overal lopen.

Maar ja, het is wel eens nodig om een pomp te controleren of om te zien of een afvoer niet dichtslibt. Dus dan moet je er uit. Dat doen we dan bij voorkeur in shorts en op badslippers. Blote benen en badslippers zijn makkelijk schoon te spuiten (KOUD, dat water nu!).  Dan moet je ze wel aan je voeten houden. De laatste onfortuinlijke tocht van Kathleen, (je moet weten welke klussen je afschuift, nietwaar) leverde aan de rand van het terrein het verlies op van een badslipper in de zompige klei. Hinkelend door de smurrie; want je weet nooit waar je liever niet met je blote voeten in gaat staan;  strompelde ze terug naar het terras. Het was vermakelijk, want ik was ’t niet.  Hoe lang we achteraf ook ‘wroetten’ in de “drijfklei”, slipper was verzwolgen. Zij is ruim twee jaar later terug gevonden toen we geulen groeven voor zomer-irrigatie. Haar ‘zus’ was toen al lang weggegooid. We wonen dus op een plekje dat in de winter verandert in een laag badslipper-verslindende drijfklei. Daar moeten we deze winter een “tuin” van maken. 

Algarviaanse klei
 Dat is meteen de grootste klus die we hebben de komende vier maanden. Ons eigen moeras veranderen in een aantrekkelijk, de Algarve geen geweld aandoend  geheel. Dat betekent dat we geen gras kunnen zaaien. Het zou er prachtig uit zien, maar in onze doorgaans droge Algarve vreet dat zomers water.  We hebben inheemse bomen en planten nodig die weinig water behoeven en decoratief zijn. Een basismateriaal dat onkruid afstoot en het terrein draineert, want onkruid trekt zich nergens iets van aan; dat groeit overal! Er moeten plekjes komen waar gasten zich kunnen vermaken; een pétanque baan en misschien een darts board of een basketbal net. Natuurlijk  hebben we nog steeds een heleboel rotsen om muurtjes, plantenbakken en afscheidingen te maken. De grote vraag is: wat doen we waar? Eerst wachten tot het weer droog is. Dan gaan we weer aan de slag!

woensdag 12 oktober 2011

Gluren bij de buren

Ofwel: kennismaking met “buur-boer”.


Portugezen zijn nieuwsgierig en goedaardig roddelen is een nationale volkssport. Je merkt het pas wanneer de vrouw van de bakkerij 3 kilometer verderop weet dat er op een bepaalde dag wel vijf auto’s geparkeerd stonden op jouw terrein.  Wie zijn die mensen dan allemaal. Je komt niet weg voordat je het allemaal hebt uitgelegd. Jij hebt geen idee wie al je buren zijn, maar van jou weten ze álles!

Relaties zijn hier belangrijk. Hier in de ‘campo’ ken je je buren niet zomaar. Het zijn vaak gewone middenstanders met een baan of klein bedrijfje, die verspreid over ‘het platteland’ stukjes familiegrond hebben liggen dat ze op gezette tijden onderhouden. Als je je ‘buur’ wilt kennen, moet je dat onderhoud maar net in de gaten hebben en vervolgens “het ijzer smeden als het heet is”. Want een goede buur is altijd beter dan een verre vriend!

Vanmorgen werden we wakker en om een uur of zeven, de zon was net op, viel ons een vreemd tikkend geluid op. Het kwam van buiten maar we konden het niet thuisbrengen. Uit inspectie van de omliggende landerijen bleek dat een grote groep mannen met stokken in de Alfarroba- ofwel Johannesbroodbomen aan het slaan was. De Alfarroba peulen oogst is kennelijk begonnen. Voor nieuwelingen in dit land zoals wij is dat natuurlijk hartstikke interessant dus gewapend met een camera stortten we ons op de oogstploeg. 

Alfarrobeira-peulen oogsten
Omdat Portugezen zelf oer-nieuwsgierig zijn, vinden ze het helemaal niet erg als je ook hen de hemd van het lijf vraagt. In ons meest krakkemikkige Portugees hebben we zo’n meppende man aangesproken en hem gevraagd waar ze die peulen voor gebruiken, wat het oplevert en waarom ze niet gewoon wachten tot de vruchten vanzelf uit de boom storten. Het zijn harde peulen dus beschadigen zullen ze niet zoals bijvoorbeeld sinaasappels wel doen. Het verhaal is weer verrassend.

De schil van de peulen wordt vooral gebruikt voor veevoer en meel. De pitten gaan naar de farmaceutische industrie. Ze worden uit de bomen gemept omdat, wanneer ze er spontaan uit vallen, de peulen regelmatig worden gestolen. Na 1 september mogen de zigeuners de velden op om de bomen die niet zijn geplukt leeg te halen. Daar wachten de eigenaren van de boomgaarden niet op. De peulen leveren eigenlijk maar een schijntje op. Tussen de € 3,00 en €5,00 per 15 kilo. Ze worden verkocht aan de landbouw cooperativa’s waarvan elk dorp er wel één heeft.

Wij hebben ook Alfarroba’s op het terrein en die hangen ook vol met peulen. Wij gaan ze niet plukken en in het kader van de verbroedering tussen NL en Portugal besloten we in een opwelling om te vragen of buur-boer misschien interesse had in de peulen.

Johannesbrood-peulen
Het gesprek begon wat afstandelijk. Maar toen buur merkte dat hij de peulen gewoon mocht komen plukken klaarde de man volledig op. Hij stelde zich voor als Placido en was verrast door het aanbod. Voor ons bleek de ingeving een schot in de roos. Niet alleen worden de bomen nu een keer onderhouden (anders kunnen ze niet bij de peulen), maar Placido is ook nog eens voorzitter van de plaatselijke jachtvereniging. Als we ooit last hebben van jagers op het terrein (konijnen en patrijzen schieten is heel populair in onze omgeving) die zich misdragen, hebben wij het telefoonnummer van de baas. 
Zakken met peulen, waarde € 4,50


En terwijl ik dit tik, huppelt er een grote man aan het raam voorbij met een lange stok. Daar gaan onze peulen!

Kijk voor meer informatie op: Johannesbroodboom

maandag 26 september 2011

Indigestie

Ofwel: een bezoek aan de dierenarts

Onze poezen zijn meeverhuisd.  Vanuit Vinex locatie Saendelft naar ‘de campo’,  ofwel het Algarviaanse platteland in Santa Catarina da Fonte do Bispo. En de dames en mijnheer vinden het super in muisrijk Portugal.  Overdag zijn ze onzichtbaar. Ze slapen in de kast, onder het bed of in de koele garage. Maar zodra de zwaluwen het druk krijgen met het vangen van allerhande insecten, worden ze wakker en gaan ze ‘op jacht’.  Daar moesten wij dan nogal om lachen; die mutsen hebben nog nooit meer gevangen dan hun zelfbedachte schimmetjes. Die hebben niet eens instinct! Dat dachten wij althans.  
Mollie en haar favoriete doosje

We hebben een stel onverbeterlijke blikvoer katten. Dat dachten we in ieder geval. Normaal gesproken geeft de poezenmaag precies de klok van half zes aan, waarna uit alle hoeken en gaten geeuwende poezenbeesten tevoorschijn komen. Zij werpen een serie smekende blikken op ons, vergezeld van een klagelijk gemiauw uit drie weldoorvoede kelen: zó’n honger! Wij komen dan met een blik welriekende smurrie aansnellen en na het eten verdwijnt het kattenvolk naar buiten om pas ’s morgens tegen 04:00 uur luidkeels te gillen onder het slaapkamerraam: ‘laamedrin! En wel NU”.

Gisteravond na het eten verdween onze Mollie als altijd naar buiten. Tegen de gewoonte in bleef ze voor ons heen en weer dralen en onder het uiten van klagelijk gemiauw groef zij zinloos gaten waar zij doelloos met trillende staart boven hing. Wij schoten meteen in de stress. Blaasontsteking, nierstenen, en allerlei andere mogelijkheden passeerden de revue. Mollie bleef klagelijk jammeren. Dat werd dus een rondje ‘Clinica Véterinario’ en de eerste kennismaking met onze Portugese dierenarts, dokter Raoul in Olhão.

Op weg naar de kliniek poepte Mollie verontwaardigd in de kattenkooi. Geen darmprobleem dus? In de kliniek konden eerst dokter één en vervolgens dierenarts twee niets vinden, waarna dokter Raoul zelf ter onderzoekskamer verscheen. Hij kneep, voelde, drukte, maar vond ook niets vreemds in de Mollenbuik. Nou ja, “vet” zei hij nog wel heel streng. Teneinde toch uitsluitsel over de oorzaak van het vreemde gedrag te krijgen, werd Mollie onder het röntgen apparaat geschoven. Na vijf minuten  mochten we komen kijken wat de foto liet zien.

Drie dierenartsen staren met open mond naar de buik van onze (voormalig) suffe huiskat. Mollie blijkt ernstig last te hebben met poepen omdat zij teveel muizen, vogels en hazen verorbert. Het hele maag- darmsysteem zit vol met stukjes bot. En die moeten er gewoon via de natuurlijke weg uit: auw! De dierenartsen hebben nog nooit zo’n jachtbuik gezien. Op de vraag of we veel lijkjes vinden moeten we ontkennend antwoorden. Nou ja, vanmorgen lag er wel een professioneel gefileerde hazenbout voor de deur, maar dat gebeurt toch niet vaker dan één maal per week.  En dat blijkt ook wel. ‘Onze Mol’ vreet kennelijk alles op, met huid en haar.. èn met botjes dus. Ze heeft overduidelijk niet meegekregen dat het jachtseizoen in de Algarve loopt van vier september tot half maart.

Jachtkat Mollie


Er is dus niets ernstigs aan de hand. Het is een ‘dieetaire’ kwestie. Verandering van spijs doet duidelijk wel eten, maar niet poepen. Eén röntgenfoto en een tube zalf om de ontlasting wat te versoepelen verder (en € 63,45 armer) staan we opgelucht weer buiten. We zijn stiekum best een beetje trots op onze ‘suffe blikvoerkat-af’. Mollie is ingeburgerd!

vrijdag 12 augustus 2011

De Calçadeiras

ofwel: het wonder van Cabo Verde


We hebben een zwembad. Aangezien de vergunning voor zo’n stevige betonnen bak nog niet rond is (dit is per slot van rekening Portugal) hebben we gekozen voor een zelfbouw bad met een ‘liner’. Een soort plastic zak die je in een frame hangt. Het is een behoorlijk ding en we willen er graag een lekker terras omheen voor de gasten. Nu wil het toeval dat de grond die we hebben gekocht is gebruikt als ‘dupmsite’. We vermoeden zelfs door de gemeente. Dat betekent dat we in de grond een enorme berg originele Portugese ‘kinderkopjes’ aantroffen en die heten hier ‘calçadas’. 
De Calçadeiras met Claudino rechts

Het lijkt niet zo ingewikkeld, het leggen van een “calçada terrasje”. Maar dat is het wel. Vandaar dat we Claudino bellen met het verzoek terrassen te leggen. Claudino komt van Cabo Verde ofwel de Kaapverdische eilanden. De afgelopen maanden belde hij ons elke week om te zeuren of hij terrassen mocht leggen. We hebben zelf stenen, die zijn immers gedumpt door .. geen idee wie, en dat biedt hem perspectief. Als het zwembad staat is de tijd rijp voor zijn klus.

Claudino is een acteur. Leren hoed, overhemd in goudkleurige print open tot halverwege de borst, onweerstaanbare glimlach en onverstaanbaar Portugees. Hij rijdt het terrein op in een gammele bus van onbestemd merk en achter hem rollen vier vrienden de auto uit met steenhamers, beitels, scheppen en een kruiwagen. Samen gaan ze in 3 dagen en hoog terras, een laag terras en een afrit naar de garage maken. Wij kijken er maar eens peinzend naar.

Ze maken een hoop herrie, onze bestratingexperts. Vanuit een piepklein radiootje schalt reggae muziek en in hun onverstaanbare dialect lullen ze echt vijf kwartier in een uur. Het enige woord dat er af en toe uitspringt is ‘putana’, en daarvan willen we niet weten waar het gesprek over gaat. Claudino is koning in eigen koninkrijk. Hij dirigeert. Niet alleen zijn vrienden, maar ook de shovelchauffeur (stenen hier, cementzand daar) en onze ‘eigen’ bouwvakkers die de garage afmaken en tot onze schande moeten we zeggen: ons. “Leg bier in de koelkast, geef koud water” en we doen het gewoon. Hij gebruikt al het zand dat hij op het terrein vindt (wat je vindt hoef je niet te kopen) en hij beveelt met een brede glimlach en een snerpend ‘yo’. Zou dat wel goed gaan komen? De terrassen vorderen gestaag en het ziet er geweldig uit, dus we zeggen niks.

Vorderende terrassen
Natuurlijk vraagt hij elke dag om (meer) geld. Dat schijnt zo te horen. Op dag 1 om cementzand te kopen, op dag 2 om zijn mannen die met vakantie willen te betalen (maar ja, op dag 1 had hij al een voorschot gehad dus dat gaat niet door) en op de laatste dag omdat hij vindt dat zijn creativiteit met de terrassen niet voldoende is betaald. Wij blijven vriendelijke edoch “botte Hollanders”. We betalen hem wat is afgesproken. Ook daar blijft hij bij lachen.  
Aangezien hij ons kent van een eerdere ervaring heeft hij er wel voor gezorgd dat hij er niet bij inschiet. Hij heeft ‘gewoon’ de terrassen wat groter gemaakt zodat onze gasten nu een geweldige privacy ervaren langs de rand van het zwembad. Wij hebben overigens achteraf wel berekend dat we die mannen een topsalaris hebben betaald. Heeft die grapjas ons toch nog te pakken!

dinsdag 5 juli 2011

Huis in aanbouw

of: let op de elektricien!

De afspraak met onze aannemer was dat ons huis uiterlijk op 23 december 2010 klaar zou zijn. Aangezien we de tweede helft van 2010 elke maand een aantal dagen de bouwvorderingen ‘ter plekke’ volgen, hebben we er al een hard hoofd in. Wanneer hij ons na verschillende keren vragen toch verzekert dat het uiterlijk 17 januari gaat worden, plannen we onze emigratie voor een week later. Als we aankomen is er natuurlijk niets klaar. We trekken tijdelijk in een appartement van de aannemer.

Eind februari zijn we het zat. We pakken onze spullen op en verhuizen naar ons eigen huis. We nemen, met 3 poezen, onze intrek in de enige kamer die al stromend water en toilet heeft en volgen de bouw op de bouwplaats. De bouwvakkers moeten wel even wennen aan het feit dat we de hele dag roepen ”deur dicht, de poezen mogen niet naar buiten” en ‘voeten vegen’ maar het zijn schatten en over het algemeen verloopt alles traag maar prima. Ze vragen netjes of ze naar binnen mogen en vertellen wat ze gaan doen. We kunnen er echt niet over klagen.

B&B Algarve, 'onze' bouwvakkers
 Wij werken ondertussen aan de voorbereiding voor de opening van ons B&B die op 30 april staat gepland, aan de website, folders, tuinplannen, terrassen, kamerinrichting, enfin, alles wat komt kijken bij de opstart van een nieuw bedrijf. En tussendoor verhuizen we in het pand, zodra die klaar is, naar onze eigen studio.

Naarmate ‘onze jongens’ langer in en uit lopen worden ze steeds meer onderdeel van de inboedel. Je hebt ze niet meer zo in de gaten. Op een dag leidt dat tot een gekke gebeurtenis. Wij hebben een elektricien, annex loodgieter, Fernando. Fernando zie je nooit bewegen; hij zít overal te werken, is op de raarste momenten weg en de helft van de tijd heb je geen idee of hij er is en waar hij mee bezig is. Je mist hem ook niet als hij er niet is. Dat leidt op een ochtend tot het volgende.
Fernando 'zit te werken' 

Ik neem een douche en sta  daarna in mijn blote kont lekker de grote pot hammam bodysmurrie van Rituals (van mijn nicht gehad op ons afscheidsfeestje) eens uitgebreid op mijn benen te smeren. Linkerbeen uitgestrekt op de rand van het bad, licht voorover gebogen en smeren maar. Opeens wordt de badkamerdeur met een ruk opengetrokken en daar staat Fernando (was die in het pand dan?) mij enigszins schaapachtig edoch verlekkerd aan te staren. 'Oh, ik wist niet dat je hier was’. Mijn wederhelft is de computers aan het installeren dus die is niet snel genoeg om de situatie te redden. Tergend langzaam mompelt Fernando ‘desculpe’ (sorry) een schuift de deur weer dicht. Ik schaam me te pletter.

Daarna doen we ALTIJD de badkamerdeur op slot. En Fernando? Die heeft iets te vertellen in de kroeg ’s avonds.  Over vrouwen die zomaar naakt in de badkamer staan als je aan het werk bent. Hij bleek  achteraf overigens de elektrische installatie te testen. Daarvoor was het nodig de badkamer lichten in onze studio aan- en uit te doen. En dat vraag je dan niet even….  Je rukt gewoon de deur open.  Hij heeft me nog wel weken glazig aangestaard …