vrijdag 12 augustus 2011

De Calçadeiras

ofwel: het wonder van Cabo Verde


We hebben een zwembad. Aangezien de vergunning voor zo’n stevige betonnen bak nog niet rond is (dit is per slot van rekening Portugal) hebben we gekozen voor een zelfbouw bad met een ‘liner’. Een soort plastic zak die je in een frame hangt. Het is een behoorlijk ding en we willen er graag een lekker terras omheen voor de gasten. Nu wil het toeval dat de grond die we hebben gekocht is gebruikt als ‘dupmsite’. We vermoeden zelfs door de gemeente. Dat betekent dat we in de grond een enorme berg originele Portugese ‘kinderkopjes’ aantroffen en die heten hier ‘calçadas’. 
De Calçadeiras met Claudino rechts

Het lijkt niet zo ingewikkeld, het leggen van een “calçada terrasje”. Maar dat is het wel. Vandaar dat we Claudino bellen met het verzoek terrassen te leggen. Claudino komt van Cabo Verde ofwel de Kaapverdische eilanden. De afgelopen maanden belde hij ons elke week om te zeuren of hij terrassen mocht leggen. We hebben zelf stenen, die zijn immers gedumpt door .. geen idee wie, en dat biedt hem perspectief. Als het zwembad staat is de tijd rijp voor zijn klus.

Claudino is een acteur. Leren hoed, overhemd in goudkleurige print open tot halverwege de borst, onweerstaanbare glimlach en onverstaanbaar Portugees. Hij rijdt het terrein op in een gammele bus van onbestemd merk en achter hem rollen vier vrienden de auto uit met steenhamers, beitels, scheppen en een kruiwagen. Samen gaan ze in 3 dagen en hoog terras, een laag terras en een afrit naar de garage maken. Wij kijken er maar eens peinzend naar.

Ze maken een hoop herrie, onze bestratingexperts. Vanuit een piepklein radiootje schalt reggae muziek en in hun onverstaanbare dialect lullen ze echt vijf kwartier in een uur. Het enige woord dat er af en toe uitspringt is ‘putana’, en daarvan willen we niet weten waar het gesprek over gaat. Claudino is koning in eigen koninkrijk. Hij dirigeert. Niet alleen zijn vrienden, maar ook de shovelchauffeur (stenen hier, cementzand daar) en onze ‘eigen’ bouwvakkers die de garage afmaken en tot onze schande moeten we zeggen: ons. “Leg bier in de koelkast, geef koud water” en we doen het gewoon. Hij gebruikt al het zand dat hij op het terrein vindt (wat je vindt hoef je niet te kopen) en hij beveelt met een brede glimlach en een snerpend ‘yo’. Zou dat wel goed gaan komen? De terrassen vorderen gestaag en het ziet er geweldig uit, dus we zeggen niks.

Vorderende terrassen
Natuurlijk vraagt hij elke dag om (meer) geld. Dat schijnt zo te horen. Op dag 1 om cementzand te kopen, op dag 2 om zijn mannen die met vakantie willen te betalen (maar ja, op dag 1 had hij al een voorschot gehad dus dat gaat niet door) en op de laatste dag omdat hij vindt dat zijn creativiteit met de terrassen niet voldoende is betaald. Wij blijven vriendelijke edoch “botte Hollanders”. We betalen hem wat is afgesproken. Ook daar blijft hij bij lachen.  
Aangezien hij ons kent van een eerdere ervaring heeft hij er wel voor gezorgd dat hij er niet bij inschiet. Hij heeft ‘gewoon’ de terrassen wat groter gemaakt zodat onze gasten nu een geweldige privacy ervaren langs de rand van het zwembad. Wij hebben overigens achteraf wel berekend dat we die mannen een topsalaris hebben betaald. Heeft die grapjas ons toch nog te pakken!